OV-spel
Het ov-spel heeft vier onderdelen. De climax ligt bij het laatste onderdeel. Zo wordt het spel ook opgebouwd. De onderdelen zijn: 1. Quiz, 2. Boetespel, 3. Afleiding, 4. Lef en durf. Bij alle onderdelen kunnen de leerlingen punten verdienen. We starten het spel door temas te maken. Elk team bedenkt een teamnaam en wijs een woordvoerd(st)er en rekenwonder aan. Daarna starten we het spel. Het team dat aan het eind van de spellen de meeste punten heeft wint.
1. Quiz
De leerlingen zitten in een grote kring. In het midden ligt een toeter. De voorlichter stelt vragen die betrekking hebben op het ov. De leerling die het antwoord weet, drukt op de toeter en geeft het antwoord. Een goed antwoord levert punten op. De toeter maakt de quiz leuk en strijdbaar.
2. Boetespel
Bij het boetespel krijgt elk team overtredingskaarten en bedragenkaarten overhandigd. De opdracht is om te bedenken hoe hoog de boete van een overtreding is, door de juiste kaarten aan elkaar te koppelen. Als alle teams de kaarten bij elkaar hebben gelegd, geven we de antwoorden. Met elk juist antwoord kan een team punten verdienen. Soms spelen teams vals onder toezicht oog van de anderen. Dit maakt de temans natuurlijk extra fanatiek!
3. Afleiding
Het afleidingsspel is een erg leuk en interactief spel. Een leerling gaat op een stoel zitten met het stuur uit onze bus in de hand. Hij/zij is de chauffeur. Deze chauffeur wordt een rekensom gegeven. Elk goed antwoord levert punten op. Twee leerlingen uit andere teams mogen door te praten, lachen en schreeuwen, proberen de chauffeur af te leiden, zodat hij/zij een verkeerd antwoord geeft. Na afloop van het spel vragen we altijd wat de bedoeling ervan is. De leerlingen geven allemaal het juiste antwoord en ervaren op deze manier dat het afleiden van een buschauffeur tijdens het rijden onveilig is.
4. Lef en durf
De teams kunnen punten verdienen door opdrachten uit te voeren. Bij elke nieuwe opdracht wordt het aantal punten verhoogd, maar de opdrachten worden ook uitdagender voor de leerlingen. Er is ook één voorwaarde: iedereen van het team doet mee met de opdracht. Als iemand het hier niet mee eens is, gaat de opdracht niet door. Dit zorgt voor discussies. Er wordt van alles geprobeerd om de ander over te halen., zelfs onder groepsdruk. Leerlingen leren hun eigen grenzen aan te geven of merken dat zij hier onder groepsdruk soms overheen gaan. Naderhand vragen onze voorlichters wederom wat de bedoeling is van het spel.
Na elk spel vertellen de voorlichters een persoonlijk verhaal over wat zij of andere collega's hebben meegemaakt tijdens het werk in het openbaar vervoer. Tijdens de verhalen hebben zij de volle aandacht van alle leerlingen. Het is muisstil en je kan een speld horen vallen. De verhalen maken veel indruk. Soms komen er ook emoties los bij de leerlingen. Onze voorlichters sluiten het spel natuurlijk altijd positief en met een glimlach af.